Weetjes van wierook
Geschiedenis.
Wierook wordt al zeker sinds 1700 voor Christus gebruikt, waarschijnlijk oorspronkelijk als reukoffer.
Een reukoffer had tot doel de goden gunstig te stemmen.
De geur en het gebed stijgen met de rook omhoog.
Een praktisch gebruik van wierook was het verdrijven van rottingslucht.
Het bloed en restanten van de dieren die Joden offerden, werden gemaskeerd met de indringende geur van wierook.
Wierook werd en wordt in Europa vooral gebruikt in kerken.
Hoewel bij de Joden nog de geur van de offers verdreven moest worden, kon men met wierook de geur van vermogende, die in de kerk begraven lagen, verdoezelen.
De uitdrukking rijke stinkerd vindt hier dan ook mogelijk zijn oorsprong.
Ook tijdens begrafenissen en in pelgrimsoorden, waar mensen van ver hebben moeten komen lijkt het gebruik van het geurverdoezelende wierook geen toeval.
De harsen en oliën waren voor gewone mensen onbetaalbaar, omdat deze van buiten Europa geïmporteerd moesten worden.
Los daarvan bestond er buiten de kerk geen cultuur van gebruik van wierook.
Sinds de jaren 1960 groeide de belangstelling voor oosterse culturen en religie.
In veel landen als China, India, Tibet en Japan wordt veel wierook gebruikt.
In deze landen is wierook net zo gewoon, als in de westerse wereld bloemen in huis of het gebruik van zeep of parfum.
Met de belangstelling groeide ook de import en gebruik van oosterse wierook.
Tibetaanse wierook.
Tibetaanse wierook heeft doorgaans betrekking op wierook die je in Tibet, Nepal en Bhutan vindt.
Tibetaanse wierook wordt met de hand gemaakt volgens eeuwenoude recepten van bloemen , bladeren , kruiden en wortels uit de Himalaya en van Tibetaanse plantaardige medicijnen.
Er zijn uitsluitend zuivere, natuurlijke grondstoffen in verwerkt.
Het is dus ook niet schadelijk om deze wierook in te ademen.
Veel Tibetaanse wierook is juist gemaakt om in te ademen.
Deze medicinale wierook wordt volgens eeuwenoude recepten vervaardigd en heeft een helende werking.
Indiase wierook.
India heeft een rijke traditie in het produceren van wierook.
Deze traditie gaat duizenden jaren terug.
Veel Indiase wierook heeft een unieke geur welke nergens anders ter wereld gevonden wordt.
De meeste wierook komt uit Zuid-India.
Indiase wierook kan in twee categorieen worden verdeeld:
De Masala-methode en de Dip-methode.
Bij de masala-methode wordt een etherische olie in een soort deeg opgelost en handmatig om een bamboesplinter gerold.
Door de masala-methode brandt deze wierook ook langer.
Onze Indiase wierook brandt minimaal 40 minuten per stokje.
De dipmethode is een aparte soort wierook.
Het heeft geen bamboesplinter als kern.
Vele dip soorten hebben erg geconsentreerde geuren en geven veel rook bij het branden.
Japanse wierook.
Japanse wierook kent een lange geschiedenis.
Zij komt samen met het boeddhisme rond de 6e eeuw vanuit China naar Japan.
Vanaf dat moment wordt Japanse wierook een belangrijk onderdeel van de Japanse cultuur.
Japanse wierook staat bekend om zijn zachte subtiele geur.
In tegenstelling tot de Indiase wierook wordt geen gebruik gemaakt van een bamboestokje als basis.
Het wierookstokje brandt daardoor geheel op.
In Japan wordt het branden en het waarderen van Japanse wierook als een kunst beschouwd.
Het staat bekend onder de naam Kodo, de weg van de geur.
Branden van Japanse wierook wordt ook wel omschreven als luisteren, omdat de subtiele samenstelling spreekt tot het hart van de luisteraar en sterke gevoelens en beelden van vreugde, vrijheid en innerlijke kracht kan oproepen.